emolumenten
- Geluid: emolumenten (hulp, bestand)
- IPA: / ˌemolyˈmɛntə(n) / (5 lettergrepen); /emoly'mɛntə/
- emo·lu·men·ten
- emolument met de uitgang -en
- [2] in de betekenis van ‘bijkomende verdiensten’ voor het eerst aangetroffen in 1660 [1]
de emolumenten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord emolument
- alleen meervoud bijkomende verdiensten
- Dankzij het extra baantje heeft hij wat emolumenten gekregen.
- Omdat het enkelvoud niet meer gangbaar is, wordt dit woord tegenwoordig als een plurale tantum beschouwd.
- Het woord emolumenten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "emolumenten" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "emolumenten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be