Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elixer
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘geneeskrachtige drank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1774 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord elixer elixers
verkleinwoord elixertje elixertjes

Zelfstandig naamwoord

het elixero

  1. een ingedikt, stroperig aftreksel van kruiden of planten
    • In de film Harry Potter spelen elixers een rol. 
  2. een oplossing om van jenever bitter te maken
    • Is dat elixer wel goed gemaakt? 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen