elfendertig
- Geluid: elfendertig (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɛlfənˌdɛrtɪx/
- elf·en·der·tig
- samenstelling van elf ht en dertig ht met het invoegsel -en- , naar de elf-en-dertig, onder wevers de aanduiding van een kam die voor het weven van extra fijn en breed linnen elf extra gangen boven de dertig gebruikelijke had; het begrip wees eerst op netjes werken, later verschoof de betekenis meer naar traag werken en werd het als een telwoord opgevat [1] [2]
elfendertig
- (informeel) om een willekeurig getal aan te duiden, kan aangeven dat het dan ook teveel is of dat het aantal niet echt ter zake doet
- Ik heb je al elfendertig keer gevraagd om je kamer op te ruimen, komt er nog wat van?
- In Nederland is alleen het bijbehorende rangtelwoord gangbaar, in vaste verbindingen van het type "op z'n elfendertigst".