einhundertsechsundsechzig

       
0 1 6 6
einhundertsechsundsechzig,
op een abacus
  • ein·hun·dert·sechs·und·sech·zig

einhundertsechsundsechzig

  1. eenhonderdzesenzestig, het getal 166
  • De vorm met "einhundert" wordt vooral gebruikt als verwarring met andere hondervouden mogelijk is.