• ei·gar
  • Afleiding van het werkwoord eige met het achtervoegsel -er.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   eigar     eigaren     eigarar     eigarane  

eigar m

  1. bezitter, eigenaar (mannelijke vorm)
    «Det danske selskapet Egmont er ein av dei tre eigarane i TV 2 med 33,3 prosent i kanalen.»
    Het Deense bedrijf Egmont is een van de drie eigenaren van TV-2 met 33,3 procent van het kanaal.
  2. bezitster, eigenares (vrouwelijke vorm)