Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ef·fect·be·jag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord effectbejag
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

effectbejag o [1]

  1. het streven naar het maken van zoveel mogelijk indruk
    • Bij de ingenieur en zijn investeerder gaat het gesprek over patenten, vertrouwen in de toekomst, aandeelpercentages. De investeerder wil voor zijn geld macht in het bedrijf en er rijker van worden. Maar bij de ingenieur gaat het over meer dan geld en risico, voor hem ligt zijn droom, zijn toekomst, en die van zijn personeel op tafel. Iets dat intiemer is dan seks, maar door Farocki koel en zonder effectbejag wordt vastgelegd. Dat men hem als buitenstaander bij zulke gevoelige gesprekken toeliet is een bewijs van respect voor zijn vakmanschap.[2] 
    • Een teveel aan effect, dat kan ook. De vragen duiken tijdens het kijken af en toe op: is deze humanitaire crisis van zichzelf niet al erg genoeg, is zo veel opgelegde esthetiek echt nodig? En zit de techniek het onderwerp niet in de weg? Legitieme vragen zijn het, maar de mate waarin Mosses film de rest van de dag door het hoofd blijft spoken is eigenlijk al antwoord genoeg. Ja, hier is sprake van effectbejag, en hoe. Maar de vluchtelingencrisis verdwijnt er niet door naar de achtergrond. Integendeel. De thermische camera maakt van elke huidskleur één soort grijs.[3]  

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Dirk Limburg 28 maart 2017
  3. Volkskrant Merel Bem 17 maart 2017