• ees·ten

de eestenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord eest
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
eesten
eestte
geëest
zwak -t volledig

eesten

  1. overgankelijk een onderdeel van het moutingsproces, waarbij groenmout, meestal ontstaan uit gerst, bij hogere temperatuur worden gedroogd
    • Groenmout wordt geëest. 
22 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be