Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • een·ster·ren·ho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eensterrenhotel eensterrenhotels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het eensterrenhotelo

  1. zeer eenvoudig familiehotel
    • Overijssel heeft 3 eensterren hotels. 

Gangbaarheid