eenenzestigjarige
- Geluid: eenenzestigjarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈenənˌsɛstəxˌjarəɣə / (7 lettergrepen)
- een·en·zes·tig·ja·ri·ge
- bn: eenenzestigjarig bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van eenenzestigjarig bn met het achtervoegsel -e
eenenzestigjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van eenenzestigjarig
- De vulkaan werd weer actief na een eenenzestigjarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eenenzestigjarige | eenenzestigjarigen |
verkleinwoord |
- levend wezen dat 61 jaar oud is of iets dat 61 jaar bestaat
- De eenenzestigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
- Het woord eenenzestigjarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.