• dwars·stang
enkelvoud meervoud
naamwoord dwarsstang dwarsstangen
verkleinwoord

de dwarsstangv / m [1]

  1. een stang die twee zaken aan weerszijden van een structuur met elkaar verbindt
     Lecter buiten de tralies stevig in de handboeien, met een tralie tussen zijn armen en een dwarsstang er vlak boven.[2]