Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwaalt rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ronddwalen

dwaalt rond

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ronddwalen
    • Jij dwaalt rond. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ronddwalen
    • Hij dwaalt rond. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ronddwalen
    • Dwaalt rond! 


Gangbaarheid