• dunk·te goed
vervoeging van
goeddunken

dunkte goed

  1. onpersoonlijke verleden tijd van goeddunken
vervoeging van
goeddunken

dunkte goed

  1. enkelvoud verleden tijd van goeddunken
    • Ik dunkte goed. 
    • Jij dunkte goed. 
    • Hij, zij, het dunkte goed.