duffels
- duf·fels
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | duffelse |
duffels [1]
- van duffel gemaakt
de duffels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord duffel
- Het woord duffels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duffels" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be