• due·lo
enkelvoud meervoud
duelo duelos

duelo m

  1. duel, tweegevecht
  2. smart, verdriet, leed
  3. rouw, rouwbetoon
vervoeging van
dolar

duelo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dolar
vervoeging van
doler

duelo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van doler