druppelden binnen
- drup·pel·den bin·nen
- uit druppelden (werkwoord) en binnen, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
binnendruppelen |
druppelden binnen
- meervoud verleden tijd van binnendruppelen
- Wij druppelden binnen.
- Jullie druppelden binnen.
- Zij druppelden binnen.
- Wij druppelden binnen.
- Het woord druppelden binnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.