drukte samen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- druk·te sa·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samendrukken |
drukte samen
- enkelvoud verleden tijd van samendrukken
- Ik drukte samen.
- Jij drukte samen.
- Hij, zij, het drukte samen.
- Ik drukte samen.
Gangbaarheid
- Het woord drukte samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.