• drin·ge
vervoeging van
dringen

dringe

  1. aanvoegende wijs van dringen


  • IPA: /ˈðrɪŋ(g)ɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dringe
dróng
gedrónge
klasse 3 volledig

dringe

  1. dringen
  2. duwen