Mensen die dringen
  • drin·gen
  • In de betekenis van ‘druk doen gelden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1290 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dringen
drong
gedrongen
klasse 3 volledig

dringen

  1. inergatief met het gehele lijf duwen
    • De menigte begon te dringen en dit leidde tot een gevaarlijke toestand. 
     Als ze de stammen te veel verwarmden, zodat er kokend sap en hars naar buiten begon te dringen, werden de houtvezels te zacht en konden ze de bouten niet meer vastzetten, het was alsof je schroeven in een spons drukte.[2]
  • de tijd dringt
er is weinig tijd meer om iets te doen


99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]