Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dra·ger·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dragerschap dragerschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dragerschapo

  1. (medisch) een persoon die een ziekte kan overdragen zonder zelf ziek te zijn
     Vooral voor overdraagbare erfelijke ziekten kan de CRISPR-Castechniek uitkomst bieden. Het zorgt ervoor dat de ziekte of het dragerschap niet meer overgedragen wordt. Lianne en Sybren van Dijk zijn beiden drager van het gen dat de stofwisselingsziekte CDG kan veroorzaken. Ze hebben vier dochters, van wie er één ernstig gehandicapt is.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Knutselen aan dna: wat vindt Nederland?” (Donderdag 7 maart 2019), NOS