• draai·rich·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord draairichting draairichtingen
verkleinwoord

de draairichtingv

  1. de richting waarin iets of iemand draait
     Deze magneetvelden ontstaan als de elektronen in het materiaal allemaal dezelfde kant op ‘wijzen’. Dat wil zeggen dat ze allemaal dezelfde magnetische spin (een soort quantummechanische draairichting) hebben.[2]
     Een onverwachtse draairichting van een deur bij de Belastingdienst heeft tot een zaak bij de rechter geleid. Een bezoeker, die al met een mitella liep vanwege een verbrijzelde elleboog, raakte gewond bij het doorgaan van de deur en stelde de Nederlandse Staat aansprakelijk. De rechter besloot de proef op de som te nemen en ging de deursituatie met eigen ogen aanschouwen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Alex Wilkins
    “Natuurkundigen bevestigen een nieuw soort magnetisme” (19 februari 2024), NewScientist
  3.   Weblink bron
    Thomas Bosman
    “Pin in elleboog van man schiet los na botsing met draaideur: Nederlandse Staat voor rechter gesleept” (05-02-2024), Tubantia