Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draai·de in·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ineendraaien

draaide (...) ineen

  1. enkelvoud verleden tijd van ineendraaien
    • Ik draaide ineen. 
    • Jij draaide ineen. 
    • Hij, zij, het draaide ineen. 

Gangbaarheid