draaide dicht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- draai·de dicht
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dichtdraaien |
draaide dicht
- enkelvoud verleden tijd van dichtdraaien
- Ik draaide dicht.
- Jij draaide dicht.
- Hij, zij, het draaide dicht.
- Ik draaide dicht.
Gangbaarheid
- Het woord draaide dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.