Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • dræ·ber·hund
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense werkwoorden dræber en hund
Naar frequentie 235311
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dræberhund     dræberhunden     dræberhunde     dræberhundene  
genitief   dræberhunds     dræberhundens     dræberhundes     dræberhundenes  

Zelfstandig naamwoord

dræberhund, o

  1. (dierkunde) killerhond, vooral de pitbullterriër

Verwijzingen