• dou·blé
  • uit het Frans
stellend
onverbogen doublé
verbogen
partitief doublés

doublé

  1. met een dun laagje goud overdekt
90 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be