dossieronderzoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dos·sier·on·der·zoek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dossier zn en onderzoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dossieronderzoek | dossieronderzoeken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het dossieronderzoek o
- onderzoek waarbij men (alleen) documenten betrekt
- ▸ Naar aanleiding van een vertrouwelijk rapport naar de afdeling cardiologie, waar Nieuwsuur eerder over berichtte, gaf het ziekenhuis vorig jaar de opdracht tot een onafhankelijk dossieronderzoek naar alle sterfgevallen in de jaren 2010 tot en met 2012.[1]
- ▸ Toch wijkt de gezondheidsschade die patiënten in dit ziekenhuis opliepen niet af van het landelijk gemiddelde, ontdekte de commissie. Ze baseert zich daarbij op landelijk dossieronderzoek bij vergelijkbare algemene ziekenhuizen in 2004 en 2008.[2]
- ▸ Promovendus Sander Gaal onderzocht hoe vaak incidenten in de huisartspraktijk voorkomen. Uit grootschalig dossieronderzoek naar incidenten bij huisartsen blijkt dat bij 7 op de 1000 contacten tussen patiënt en huisarts sprake is van een incident met nadelige gevolgen voor de patiënt.[3]
Gangbaarheid
- Het woord dossieronderzoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Controle patiënten-dossiers nodig'” (Dinsdag 24 september 2013, 18:00), NOS
- ↑ Weblink bron “"Sterfte ziekenhuizen kan omlaag"” (Dinsdag 24 september 2013, 18:02), NOS
- ↑ Weblink bron “Huisartsen maken weinig fouten” (Dinsdag 27 december 2011, 15:15), NOS