doorvertellen
- door·ver·tel·len
- samenstelling van door bw en vertellen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorvertellen |
vertelde door |
doorverteld |
zwak -d | volledig |
doorvertellen
- overgankelijk iets wat men heeft horen vertelen aan een derde persoon vertellen
- Hij had het verhaal met opzet niet doorverteld, omdat hij vreesde dat het hele dorp ervan zou gonzen.
- Het woord doorvertellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorvertellen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be