• door·ver·hu·ren

doorverhuren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorverhuren
verhuurde door
doorverhuurd
zwak -d volledig
  1. (economie) verhuren van iets dat men eerst zelf gehuurd of gekocht heeft
     Als het aan de gemeente Amsterdam ligt, worden nieuwbouwwoningen straks alleen nog maar door de koper bewoond. Op die manier wil de gemeente beleggers die woningen opkopen en doorverhuren buitenspel zetten.[1]
     De maatregel moet voorkomen dat beleggers nieuwbouwwoningen opkopen en deze doorverhuren aan starters. Deze constructie drijft de prijzen op van het toch al schaarse woningaanbod.[2]
  1.   Weblink bron “Amsterdam stelt woonplicht in voor nieuwbouw” (Woensdag 15 januari 2020, 13:00), NOS
  2.   Weblink bron “Steeds meer gemeenten voeren woonplicht in voor eigenaar nieuwbouwwoningen” (Maandag 10 augustus 2020, 09:35), NOS