dooreten
- door·eten
- samenstelling van door bw en eten ww
dooreten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dooreten |
at door |
doorgegeten |
klasse 5 | volledig |
- in een onafgebroken tempo de maaltijd tot je nemen
- Wie maandag op kantoor werkt, profiteert nauwelijks van de hitte en haar gevolgen voor de eetlust. "Wie driekwart van de dag doorbrengt in een door airco's gekoelde ruimte, gaat van het zomereffect niets meer merken en blijft ook gewoon stevig dooreten." [2]
- Elke dag weer: "Eet op! Doorkauwen! Niet morsen! Oh nee hè, kan ik weer een nieuwe broek uit de kast halen. Fijn! Niet spelen met je eten. Dooreten!! Zit niet aan het haar van je zusje, ik heb het netjes gekamd. Eet nou toch doohooor!" [3]
- Marco: "Een goede bonbon verdient het dan ook dat je er de tijd voor neemt." Peter: "Al zijn Nederlanders meer van het snel dooreten." [4]
- Het woord dooreten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dooreten" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia S. Swinnen 3 augustus 2015 Afslanken gaat het best bij 30 graden
- ↑ Tubantia H. Ajarai 8 juni 2017, Naar school
- ↑ Tubantia M. Meeuwsen 7 februari 2018 Panel proeft bonbons voor Valentijnsdag: liefde in een doosje
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be