Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·bloed
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van doorbloeden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
doorbloeden

doorbloed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbloeden
    • Ik doorbloed. 
  2. gebiedende wijs van doorbloeden
    • Doorbloed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbloeden
    • Doorbloed je? 
vervoeging van: doorbloeden…
verbogen vorm: doorbloede

doorbloed

  1. voltooid deelwoord van doorbloeden
vervoeging van
doorbloeden

doorbloed

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbloeden
    • ... dat ik doorbloed. 
stellend
onverbogen doorbloed
verbogen doorbloede
partitief doorbloeds

Bijvoeglijk naamwoord

doorbloed [1]

  1. met bloed doorweekt of doortrokken
    • De verpleegkundige verwisselde het doorbloede verband. 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen