• dood·pol·de·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doodpolderen
polderde dood
doodgepolderd
zwak -d volledig

doodpolderen

  1. overgankelijk (politiek) middels overvloedig overleg en commissiewerk in de doofpot stoppen
    • Dat voorstel is volledig doodgepolderd