Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dof·te op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opdoffen

dofte op

  1. enkelvoud verleden tijd van opdoffen
    • Ik dofte op. 
    • Jij dofte op. 
    • Hij, zij, het dofte op. 


Gangbaarheid