• do·ble
enkelvoud meervoud
doble dobles

doble m/v

  1. dubbelganger
  enkelvoud meervoud
mannelijk doble dobles
vrouwelijk doble dobles

doble

  1. dubbel
vervoeging van
doblar

doble

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van doblar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van doblar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van doblar