diplomaatje
- [A] Geluid: diplómaatje (hulp, bestand)
- IPA: / diˈplomacə / (4 lettergrepen)
- [B] Geluid: diplomáátje (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdiploˈmacə / (4 lettergrepen)
- [A] di·plo·ma·tje
- [B] di·plo·maat·je
- [A] afgeleid van diploma zn met het achtervoegsel -tje
- [B] afgeleid van diplomaat zn met het achtervoegsel -je
[A] het diplómaatje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord diploma
[B] het diplomáátje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord diplomaat
- Het woord diplomaatje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.