dineer
- di·neer
vervoeging van |
---|
dineren |
dineer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dineren
- Ik dineer.
- gebiedende wijs van dineren
- Dineer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dineren
- Dineer je?
- [2] eet ontbijt als een koning, lunch als een prins en dineer als een arme
- [2] ontbijt als een koning, lunch als een edelman en dineer als een bedelaar
- Het woord dineer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.