Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·dac·ti·cus
enkelvoud meervoud
naamwoord didacticus didactici
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de didacticusm

  1. (onderwijs), (beroep) iemand die zich toelegt op de leer van het lesgeven
    • Hij is een bekend didacticus. 

Meer informatie

Gangbaarheid