dictatorschap
- dic·ta·tor·schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dictatorschap | dictatorschappen |
verkleinwoord |
het dictatorschap o
- het dictator zijn
- ▸ In 2015 sprong een activiste op de tafel tijdens de persconferentie van de ECB: "Tegen ECB-dictatorschap" stond op haar t-shirt[1]
- Het woord dictatorschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Super Mario' Draghi begint aan zijn laatste werkdag als ECB-president” (Donderdag 24 oktober 2019), NOS