Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·as·teem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diasteem diastemen
verkleinwoord diasteempje diasteempjes

Zelfstandig naamwoord

het diasteemo

  1. spleetje tussen de voortanden
  2. (geologie) een hiaat tussen twee gesteentelagen die zijn afgezet door de zee

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen