enkelvoud meervoud
dialogue dialogues

dialogue

  1. dialoog
  2. (informatica) dialoogvenster
100 % van de Amerikanen;
100 % van de Britten.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  dialogue     le dialogue     dialogues     les dialogues  

dialogue m

  1. dialoog
vervoeging van
dialoguer

dialogue

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van dialoguer
  2. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van dialoguer
  3. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van dialoguer