determinar
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
determino | determinava | determinat |
1e vervoeging | volledig |
determinar
- de·ter·mi·nar
determinar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
determinar |
determinaba |
determinado |
volledig |
- vaststellen, determineren, bepalen
- onderscheiden, zien
- besluiten, uitmaken
- doen besluiten