• denk·stijl
enkelvoud meervoud
naamwoord denkstijl denkstijlen
verkleinwoord denkstijltje denkstijltjes

de denkstijlm

  1. een bepaalde manier van denken, een bepaalde redeneer methode
    • De tweets werden onderzocht op hun „emotionele inhoud” (het gebruik van positieve of negatieve woorden), de frequentie van woorden (zoals vriend en broer) die zijn gerelateerd aan sociale processen en de frequentie van het gebruik van woorden ( zoals “omdat” en “denken”). Dat laatste heeft te maken met een analytische denkstijl; christenen zijn hier minder sterk in. [1] 
    • Er werd ook gezorgd voor een goede mix van denkstijlen, expertise en spreiding binnen de organisatie. “Wie zich kandidaat wilde stellen, werd verondersteld een korte motivatie te geven en moest ook een test afleggen om te bepalen welk type persoon hij/zij is. [2] 
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]