ijs als delicatesse
  • de·li·ca·tes·se
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘lekkernij’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1642 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord delicatesse delicatessen
verkleinwoord

de delicatessev

  1. (voeding) voedsel dat als bijzonder aangenaam van smaak wordt beschouwd en meestal omgeven is met enige exclusiviteit
    • - Veel delicatessen zijn niet zozeer gewaardeerd om de smaak, maar om de exclusiviteit. 
    • - Geschaafd over de risotto, verwerkt in mayonaise over een broodje rosbief, geperst tot olie voor in een salade of als plakjes naast een gebakken Sint-Jakobsschelp. Voor de connaisseur van de haute cuisine is de truffel een gastronomische goudmijn, voor de verkoper ervan een economische, want de truffel is een dure delicatesse. Waarom moet de ondergrondse zwam duizenden euro’s per kilo kosten? [2] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]