dek op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dek op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opdekken |
dek (...) op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdekken
- Ik dek op.
- gebiedende wijs van opdekken
- Dek op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdekken
- Dek je op?
Gangbaarheid
- Het woord dek op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.