deflecteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deflecteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·flec·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
deflecteren |
deflecteerde |
gedeflecteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
deflecteren
- (taalkunde) verdwijning van de buigingsuitgangen vertonen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord deflecteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.