Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·na·me·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deelnamebewijs deelnamebewijzen
verkleinwoord deelnamebewijsje deelnamebewijsjes

Zelfstandig naamwoord

het deelnamebewijso

  1. toestemming om ergens aan deel te nemen
     Dinsdag 27 december 2011, 21:32[1]
     Daardoor heeft ze voor Nederland een olympisch deelnamebewijs veiliggesteld. Als Bouwmeester in 2012 vormbehoud toont, is dat ticket voor haar.[2]
  2. document dat aangeeft dat men ergens aan heeft deelgenomen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kramer dendert over Tuitert heen” (Maandag 28 november 2011, 14:15), NOS
  2.   Weblink bron “Bouwmeester haalt ticket binnen” (Woensdag 7 december 2011, 15:07), NOS