decubitus
- de·cu·bi·tus
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘het doorliggen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
de decubitus m
- (medisch) doorligwond
- Het woord decubitus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "decubitus" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "decubitus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be