dec

Niet te verwarren met: dec.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  december    (hulp, bestand)
• IPA: /deˈsɛmbər/

Woordafbreking

• dec

Woordherkomst en -opbouw

• (verkorting) van het Nederlandse zelfstandige naamwoord december

Zelfstandig naamwoord

de dec m

1. (afkorting) twaalfde en laatste kalendermaand, december

   «Gesloten: 5 dec 2011 en 19 dec 2011.»

   Op 5 en 19 december 2011 gesloten.

Opmerkingen

• Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven: dec., maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een maand gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord dec staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.