debrayeren
- Geluid: debrayeren (hulp, bestand)
- de·bra·ye·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontkoppelen’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- afgeleid van het Franse débrayer (met het voorvoegsel de-) met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
debrayeren |
debrayeerde |
gedebrayeerd |
zwak -d | volledig |
debrayeren
- overgankelijk (overgankelijk werkwoord, ook absoluut; debrayeerde, heeft gedebrayeerd)
- ontkoppelen
- Het woord debrayeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.