• da·ta·tech·ni·cus
enkelvoud meervoud
naamwoord datatechnicus datatechnici
verkleinwoord

de datatechnicusm

  1. (beroep) iemand die deskundig is op het gebied van informatieverwerking
     Al zouden deze publieke identiteiten een nog betere cover zijn voor een terrorist dan de minder opvallende banen als datatechnicus, ingenieur, verpleegster en boekhouder van de Deense Appels.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149