danscafé

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  danscafé    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dans·ca·fé

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dans zn  en  café zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	danscafé	danscafés
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het danscafé o

1. een café waar men kan dansen

   • De uitbater van het danscafé in Waregem is opgepakt op verdenking van voyeurisme en het verzamelen en verspreiden van kinderporno. Hij heeft bekend dat hij vrouwen begluurde met een verborgen camera. 
   • Zaterdagavond was Wieberdink met zijn broertje op stap in Den Helder. Hij bezocht er als laatste danscafé Odeklonje in de Koningstraat. Een vaste uitgaansstek voorWieberdink. 

Gangbaarheid

• Het woord danscafé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "danscafé" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.