• daey·li·cher
  • Pennsylvania-Duitse bijvoeglijknaamwoordsvorm met het achtervoegsel -lich en met uitgang -er

daeylicher

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van daeylich

daeylicher

  1. onbepaald (zonder lidwoord) datief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van daeylich

daeylicher

  1. onbepaald nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van daeylich